De Neanderthaler Krijn, waarvan een restant voor de Zeeuwse kust werd gevonden, kreeg onlangs een gezicht.
De Neanderthaler Krijn, waarvan een restant voor de Zeeuwse kust werd gevonden, kreeg onlangs een gezicht. Foto: Oudheidkundig Museum Leiden

120.000 jaar geleden leefden er al mensen in het Gooi

Cultureel

In de voorlaatste ijstijd (200.000 tot 130.000 jaar geleden) bewogen gletsjers van noord naar zuid door ons land. Aan de voorkant ervan werd de ondergrond opgestuwd, waardoor stuwwallen ontstonden. De Utrechtse Heuvelrug is een stuwwal die de zuidelijke begrenzing van het ijs markeert. Een grote gletsjertong die in de Eemvallei lag, stuwde aan de westelijke kant een grote stuwwal op, waarop nu Laren, Blaricum en Hilversum liggen. Deze stuwwal vormt een geologische eenheid met de stuwwallen van de Utrechtse Heuvelrug. 

Door smeltwater van de gletsjers ontstonden voor de stuwwallen smeltwaterwaaiers, die later door erosie dalen werden (de Bussummerheide, de Westerheide en het Spanderswoud). In de laatste ijstijd is in die dalen dekzand afgezet. Recenter is waar de stuwwal aan het huidige Gooimeer grenst een vier tot vijf meter hoge klif ontstaan. Daar heeft de Zuiderzee stukken land weggeslagen. Bussum ligt op het dekzand dat zich afzette aan de westelijke kant van de stuwwal. 

Bewoning

Uit archeologische vondsten kan worden afgeleid dat er zo’n honderdtwintigduizend jaar geleden al mensen in het Gooi hebben geleefd, tijdens een milde periode van de laatste ijstijd. Vondsten van stenen vuurstenen schaven, messen, krabbers en andere werktuigen tonen aan, d..